Op LinkedIn zie ik geregeld items voorbij komen die in het teken staan van werkgeluk. Zo lees ik dat werkgeluk niet per se zit in een mooi salaris, maar vooral in waardering, een fijne werksfeer en de ruimte om jezelf te laten zien. Hoe zit dat precies voor de gemeentelijke doelgroep? Ik vroeg het Alexandra, onze administratieve kracht bij het WSP Noordoost-Brabant, waar het Landelijk WSP Gemeenten gehuisvest is. Alexandra heeft jarenlang een WWB uitkering gehad en werkt sinds 2016 in een betaald dienstverband.
‘Alexandra, wij kennen elkaar al heel wat jaren, eerst als werkconsulent en later als je collega. Het verbaast me dat er nog nooit een item is geweest over jou. Ik vind jou een grote inspiratie voor veel mensen die nu een uitkering krijgen.’
Met een grote glimlach op haar gezicht vertelt ze me haar verhaal. Alles mag ik delen, zegt ze. Het kan anderen wellicht helpen en inspireren. Wanneer Alexandra na een nare scheiding er alleen voor komt te staan voor haar twee jonge kinderen klopt ze aan bij Weener XL voor een uitkering. ‘Het was een hele nare periode. Ik moest zoveel regelen en uit zien te zoeken, dat ik blij was dat ik hier even de ruimte voor kreeg. Allebei mijn kinderen hebben een zorgbehoefte, dat maakte de weg nog een stuk zwaarder.’
Kreeg je hulp in de periode?
‘Ja die was er wel, maar ik heb veel zelf uitgezocht en daarna de juiste instanties gevonden die me konden helpen. Ik kreeg in die tijd ook te maken met een forse hernia wat veel tijd koste om van te herstellen. Na een revalidatie traject kwam ik met mijn consulent van Weener XL in gesprek over het weer opstarten van werk.’
Hoe heb je dat aangepakt, na zo'n lange periode geen werk gehad te hebben?
‘Ik had daar zelf geen beeld bij, werk leek nog ver weg. Ik had alles op orde thuis en wilde ook graag weer meedoen, alleen, waar begin je dan? Hierin heeft mijn consulent me goed geholpen. Ik ben toen gestart met vrijwilligerswerk bij de Senioren Bus ‘s-Hertogenbosch. Hier deed ik voor 8 uur per week de planning, dat vond ik een hele fijne opstap. Doordat ik graag kwam, en ook zag wat er moest gebeuren, ben ik steeds meer taken op gaan pakken en meer uren gaan werken. Uiteindelijk is dit opgebouwd naar 20 uur per week.’
En toen de stap naar een betaalde baan, hoe ging dat?
‘Mijn eerste werkdag was bij de WSD. Na een uurtje uitleg mocht ik zelf aan de slag. Ik ben begonnen met alles uitzoeken wat er op mijn bureau lag, het was een puinhoop. Maar daar ben ik goed in: van puinhoop maak ik een werkbare structuur. Het secretariaat van het WSP NOB was destijds nog kleinschalig, ik heb dit mede uitgebouwd en kunnen ontwikkelen tot wat het nu is.’
“Ik zie wat ik allemaal kan, ik wist het al wel, maar nu weet ik het zeker.’’
Wat neem je mee uit je periode in de Bijstand?
‘Ik heb meer dan 3 jaar in de (toen nog) Bijstand gezeten, ik begreep later dat deze groep vaak moeilijk aan het werk komt. Ik zou zeggen: kijk naar mij en bekijk iedereen voor wat hij/zij kan. Mijn consulent was positief, luisterde en keek naar wat ik nog wel kon. Deze positieve benadering heeft ervoor gezorgd dat ik het vertrouwen in mezelf bleef houden. Dit heeft me geholpen steeds een nieuwe stap te durven zetten. Na 10 kleine stappen heb ik nu mooi een baan waarmee ik mezelf en mijn gezin kan onderhouden.’
Wat wil je nog leren en wat heb al geleerd als het gaat om werkgeluk?
‘Een balans tussen werk en privé. Dat zal voor iedereen belangrijk zijn, maar met wat extra zorgtaken en mijn fysieke belastbaarheid moet ik dat evenwicht goed houden. Ik wil me graag bewijzen, mijn grenzen vervagen dan wel eens. Naast mijn werk op het secretariaat zie ik mezelf ook als ervaringsdeskundige: het MT wijs ik tijdens een overleg geregeld op de kwetsbaarheid van de doelgroep waar we mee werken. Dit wordt erg gewaardeerd. Dat voegt veel toe aan mijn gevoel voor werkgeluk, mijn mening doet er namelijk toe.’